Vangnet voor zelfstandigen: het overbruggingsrecht

Wie met een eigen zaak van start gaat weet dat hij/zij een risico neemt. Vaak gaat het goed maar soms loopt het ook fout. Door allerlei omstandigheden. Zelfstandigen die hun zaak moeten stopzetten behouden tijdelijk hun recht op geneeskundige verzorging en andere sociale rechten en hebben ook recht op een maandelijkse uitkering dankzij het zogenaamde “overbruggingsrecht”.

De zaak definitief of tijdelijk stopzetten

U kan als zelfstandige beroep doen op het overbruggingsrecht als u

failliet verklaard wordt, of

noodgedwongen (definitief of tijdelijk) de deuren moet sluiten (bv. wegens brand, of door een beroepsziekte waardoor u niet langer kunt werken), of

als u door economische omstandigheden uw zaak moet stoppen.

Voorwaarden

De voorwaarden hangen af van de reden van het overbruggingsrecht.

Als de zaak over kop gaat, is de eerste voorwaarde de faillietverklaring zelf. Nog een bijkomende specifieke voorwaarde (naast anderen) is dat de betrokken zelfstandige, gedurende een tijdvak van zestien kwartalen, voorafgaand aan het kwartaal dat volgt op de stopzetting, gedurende minstens vier kwartalen effectief bijdragen heeft betaald. Ook zaakvoerders en bestuurders waarvan de vennootschap failliet werd verklaard komen in aanmerking voor een overbruggingsrecht.

Er is sprake van “noodgedwongen stopzetting” als de stopzetting het gevolg is van a) een natuurramp, b) een brand, of c) een allergie door de activiteit. Vanaf 1 juli 2019 wordt aan dit lijstje toegevoegd: de beschadiging van bedrijfsgebouwen of bedrijfsuitrusting waardoor ze onbruikbaar zijn (zelfs als die beschadiging niet is veroorzaakt door een derde) en een beslissing van een derde economische actor of een gebeurtenis met economische impact, die uw activiteit rechtstreeks en aanzienlijk raakt (bv. een belangrijke klant die het contract stopzet).

Stopzetting wegens economische moeilijkheden geeft recht op het overbruggingsrecht als a) de zelfstandige een leefloon ontvangt van het ocmw, b) er een vrijstelling is van sociale bijdragen en c) de inkomsten uit de activiteit tijdens het jaar van de stopzetting en het voorgaande jaar een bepaalde grens niet overschrijden.

Sociale rechten dankzij overbruggingsrecht

Als u zich één van die situaties bevindt, dan verliest u als zelfstandige in principe ook uw sociale rechten... u betaalt immers geen sociale bijdragen meer. Dankzij het overbruggingsrecht kan u toch rechten op geneeskundige verzorging en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen behouden gedurende maximaal 4 kwartalen. Bovendien geniet u ook van een maandelijkse uitkering (gelijk aan het minimumpensioen voor zelfstandigen) gedurende ten hoogste 12 maanden.

U kan verschillende keren een beroep doen op het overbruggingsrecht maar over uw volledige beroepsloopbaan genomen mag de totale duur van die periodes met overbruggingsrecht niet langer zijn dan 12 maanden voor wat betreft de maandelijkse uitkering en 4 kwartalen voor wat betreft de sociale rechten. De reden voor het overbruggingsrecht is daarbij zonder belang: had je eerder al een periode met overbruggingsrecht omdat je magazijn uitbrandde, dan moet je die periode optellen bij een latere periode met overbruggingsrecht ongeacht of het dan gaat om faillissement, een gedwongen stopzetting of om stopzetting wegens economische redenen.

Vanaf 1 juli 2019 geldt er een uitzondering op die cumulatieve grens: als u, als zelfstandige, gedurende minstens 60 kwartalen (lees: 15 jaar) sociale bijdragen betaalde die pensioenrechten openen, dan verdubbelt de maximumduur tijdens uw volledige loopbaan: 24 maanden voor de uitkeringen en 8 kwartalen voor de sociale rechten. De beperking van 12 maanden uitkering en 4 kwartalen rechten per overbruggingsrecht blijft wel behouden.

U kan de uitkering van het overbruggingsrecht aanvragen bij uw socialeverzekeringsfonds maar wel vóór het einde van het tweede kwartaal dat volgt op dat van het vonnis van faillietverklaring of de stopzetting.