Groene mobiliteit
Op 3 december 2021 verscheen de wet houdende fiscale en sociale vergroening van de mobiliteit in het Belgisch Staatsblad. Niettegenstaande sommige bepalingen pas over enkele jaren in werking treden, is het zaak om tijdig maatregelen te nemen.
Koolstofemissievrije bedrijfswagens
De wet bestaat uit vijf grote onderdelen. Het eerste onderdeel wil de werkgevers alvast aanzetten tot vergroening van de wagens die zij aan hun personeel aanbieden. Aanzetten is misschien wat zacht uitgedrukt Bedrijfswagens met een CO2-uitstoot hoger dan nul, aangekocht, geleaset of gehuurd vanaf 1 januari 2026 zijn niet langer fiscaal aftrekbaar.
Er geldt dan enkel nog een fiscale aftrek voor koolstofemissievrije
bedrijfswagens. Maar ook die aftrek daalt na verloop van de jaren: een
koolstofemissievrije bedrijfswagen die in 2026 werd aangekocht, is 100%
aftrekbaar. Maar als u in 2027 zon koolstofemissievrije bedrijfswagen koopt,
heeft u nog slechts recht op een aftrek van 95%. Bij een aankoop in 2028, is dat
nog 90%
en zo verder, tot in 2031. Dan heeft u nog slechts recht op een
fiscale aftrek van 67,50%.
Voor bedrijfswagens mét CO2-uitstoot die aangekocht werden vóór 2026, geldt een overgangsregeling. Werd de wagen aangekocht vóór 1 juli 2023, dan blijft alles zoals het nu is. Er is enkel een kleine aanpassing voor de hybride voertuigen.
Bij aankoop van een wagen tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025 geldt ook nog
de oude regeling, maar voor die wagens zal voor aanslagjaar 2026 de aftrek nog
maximum 75% bedragen (i.p.v. 100%). Voor aanslagjaar 2027 daalt dat
aftrekpercentage verder naar 50%, en 25% voor aanslagjaar 2028. Vanaf
aanslagjaar 2029 wordt de aftrek naar nul teruggebracht.
Bedrijfsvoertuigen
zonder CO2-uitstoot waren, en blijven, 100% aftrekbaar.
Noteer terloops ook even dat de kostenaftrek van 0,15 euro per kilometer voor het woon-werkverkeer met de eigen wagen, vanaf aanslagjaar 2027 ook alleen nog toegestaan wordt als de werknemer met een koolstofemissievrije wagen rijdt.
Solidariteitsbijdrage
Vandaag betaalt de werkgever een solidariteitsbijdrage op alle voertuigen die hij ter beschikking stelt van de werknemers. Momenteel (2022) bedraagt die bijdrage minstens 28,17 euro per maand, maar verder is die ook afhankelijk van de CO2-uitstoot.
Voor voertuigen aangekocht, geleaset of gehuurd vanaf 1 juli 2023 stijgt die solidariteitsbijdrage met een factor 2,25. De factor verhoogt vervolgens op 1 januari 2025 (tot 2,75), 1 januari 2026 (tot 4) en 1 januari 2027 (tot 5,50).
Het minimumbedrag van de CO2-solidariteitsbijdrage stijgt ook: tot 23,41 euro vanaf 1 januari 2025, 25,99 euro vanaf 1 januari 2026, 28,57 euro vanaf 1 januari 2027 en 31,15 euro vanaf 1 januari 2028.
Laadinfrastructuur voor elektrische wagens
Om belastingplichtigen aan te zetten om laadpalen te installeren, werd er een belastingvermindering voor particulieren en een verhoogde aftrek voor bedrijven ingevoerd.
Particulieren die tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 een laadstation
voor elektrische wagens laten installeren, in of bij de woning waar ze op 1
januari van het aanslagjaar wonen, krijgen een belastingvermindering. De
vermindering neemt geleidelijk af:
investering tussen 1/9/2021 en 31/12/2022: 45 %
investering tussen 1/1/2023 en 31/12/2023: 30 %, en
investering tussen 1/1/2024 en 31/8/2024: 15 %.
De belastingvermindering bedraagt maximum 1.500 euro per laadstation en per belastingplichtige.
Ondernemingen die tussen 1 september 2021 en 31 augustus 2024 investeren in een laadstation, kunnen rekenen op een verhoogde kostenaftrek. Voor investeringen van 1 september 2021 tot 31 december 2022 geldt een aftrekpercentage van 200% voor de afschrijvingen. Voor investeringen in de periode van 1 januari 2023 tot 31 augustus 2024, is dat 150%.
Er zijn echter twee belangrijke voorwaarden: Het laadstation moet publiek toegankelijk zijn en de investering moet lineair afgeschreven worden over minimaal 5 jaar.
Koolstofemissievrije vrachtwagen
Een onderneming die een koolstofemissievrije vrachtwagen in nieuwe staat aanschaft, of die tankinfrastructuur voor waterstof of een elektrisch laadstation laat installeren, heeft recht op een verhoogde investeringsaftrek.
Het percentage van de investeringsaftrek is:
35,0%, in 2022 en 2023
29,5 %, in 2024
24,0%, in 2025
18,5%, in 2026, en
13,5%, in 2027.
Om deze maatregel budgettair te compenseren, verliezen de transportondernemingen een deel van hun vrijstelling van bijzondere accijns op professionele diesel. Voor bepaalde types diesel genieten deze ondernemingen een accijnsvrijstelling van 247,6158 euro per 1.000 liter. Dat voordeel wordt geleidelijk verlaagd.
Mobiliteitsbudget
Het mobiliteitsbudget bestaat al sinds 2019, maar wordt nog steeds maar beperkt gebruikt. Kort samengevat laat de maatregel toe dat werknemers mits hun werkgever akkoord gaat hun bedrijfswagen kunnen omwisselen voor een jaarlijks budget dat gebruikt kan worden voor mobiliteitsuitgaven. Het mobiliteitsbudget kan in eerste instantie gebruikt worden voor de aankoop van een andere, meer milieuvriendelijke bedrijfswagen (zgn. pijler 1). In tweede instantie kan het budget gebruikt worden voor het inzetten van duurzame vervoermiddelen (pijler 2). De bestedingen in pijler 2 zijn vrijgesteld van socialezekerheidsbijdragen en belastingen. Blijft er na deze 2 pijlers nog budget over, dan kan het saldo in cash uitbetaald worden.
Vanaf 1 januari 2022 zijn de bestedingsmogelijkheden binnen pijler 2 uitgebreid: de werknemers mogen hun budget nu ook gebruiken voor bijvoorbeeld elektrische steps, fietsleningen en parkeerkosten verbonden aan het openbaar vervoer.
Bovendien moet het bedrag van het mobiliteitsbudget zich binnen een bepaalde
vork situeren: het budget moet ten minste 3.000 euro bedragen, en ten hoogste
één vijfde van het totale brutoloon, met een absoluut maximum van 16.000 euro
per kalenderjaar. Deze vork geldt voor alle nieuwe mobiliteitsbudgetten. Voor de
mobiliteitsbudgetten die vóór 3 december 2021 werden toegekend, wordt de vork
maar vanaf 1 januari 2023 toegepast.