Hervorming patrimoniumtaks voor vzw's, ivzw's en private stichtingen vanaf 2024

Tot aanslagjaar 2023 waren vzw's, internationale vzw's (ivzw's) en private stichtingen onderworpen aan een taks van 0,17% op de waarde van hun bezittingen (weliswaar met een vrijstelling van een eerste schijf van 25.000 EUR aan bezittingen).

Sinds 1 januari 2024 geldt een hervormd tariefstelsel, waarmee de wetgever deze tarieven in lijn wil brengen met de evolutie van de erfbelasting.

Nieuwe progressieve tarieven en hogere vrijstelling

Vanaf 2024 moet u rekening houden met de volgende tarieven:

0,00 - 50.000,00 EUR: 0% (voetvrijstelling voor alle belastingplichtigen)

50.000,01 - 250.000,00 EUR: 0,15%

250.000,01 - 500.000 EUR: 0,30%

500.000,01 - ?: 0,45%

Ook buitenlandse bezittingen in het vizier

Tot nu toe was de patrimoniumtaks niet van toepassing op onroerende goederen die in het buitenland gelegen waren. Op basis van rechtspraak van het Grondwettelijk Hof komt hier een einde aan. Tegelijk werd een regeling uitgewerkt om dubbele belasting te voorkomen. Concreet: wanneer een onroerend goed in het buitenland aan een gelijkaardige (patrimonium)taks onderworpen is, wordt de Belgische patrimoniumtaks - mits voldaan wordt aan een aantal formaliteiten - verminderd met de buitenlandse belasting (omgerekend in euro op de betaaldatum).

Belastingverminderingen voor specifieke sectoren

In het kader van de hervormde patrimoniumtaks ontziet de wetgever de volgende sectoren:

De zorgsector (ziekenhuizen, psychiatrische instellingen, klinieken en dispensaria), aangevuld met een aantal publiekrechtelijke of door de overheid erkende instellingen actief op het vlak van maatschappelijk werk, sociale zekerheid en bescherming van kinderen en ouderen die voor meer dan de helft van hun omzet handelingen verrichten die btw-vrijgesteld zijn op grond van artikel 44, §2, 1° en 2° W. BTW

Maatwerkbedrijven die opgericht of erkend zijn door de bevoegde gewestelijke regering of instelling, zonder voorwaarde op vlak van omzet

Medische huizen, zoals bedoeld in artikel 32, §1, tweede lid van het KB van 3 juli 1996 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zonder voorwaarde op vlak van omzet

Patrimonium-vzw's waarin zorginstellingen hun infrastructuur vaak onderbrengen.

Voor deze sectoren wordt de waarde van hun bezittingen verminderd met 62,3%, zodat er slechts 37,7% van de waarde van hun bezittingen wordt belast. Hierdoor betalen deze instellingen nooit meer dan (afgerond) 0,17% op hun bezittingen.ext