Wat verandert er voor werkgevers in 2026? De belangrijkste wijzigingen op een rij.
Federal Learning Accountant verdwijnt definitief
Op 10 december 2025 besliste de federale regering dat de De Federal Learning Account, een registratiesysteem voor opleidingen, verdwijnt op 1 januari 2026. De invoering ervan was al uitgesteld tot 31 december 2025, maar nu heeft de regering beslist dat het systeem definitief verdwijnt.
Strengere spelregels rond illegale tewerkstelling in Vlaanderen
Een van de meest ingrijpende wijzigingen situeert zich in de Vlaamse ketenaansprakelijkheid. Die geldt wanneer een ondernemer werkt met aannemers die buitenlandse werknemers tewerkstellen. Tot nu toe volstond een schriftelijke verklaring van de aannemer om jezelf als opdrachtgever te beschermen. Vanaf 1 januari 2026 is dat niet langer voldoende.
In vier risicosectoren – bouw, schoonmaak, vleessector en koeriersdiensten – moet de opdrachtgever vooraf extra informatie opvragen, zoals identificatiegegevens van de aannemer en documenten die het verblijfs- en arbeidsrecht van buitenlandse werknemers aantonen (bijvoorbeeld Limosa, A1-attest of werkvergunning). Wie die zorgvuldigheidsplicht niet nakomt, riskeert zware sancties.
Tijdskrediet en eindeloopbaan: nieuwe voorwaarden en duidelijkere regels
Vanaf 1 januari 2026 geldt een nieuw kader voor alle aanvragen tijdskrediet en eindeloopbaan die schriftelijk bij de werkgever worden ingediend.
Een belangrijke vernieuwing is de uniforme leeftijdsvoorwaarde. Voor een vermindering van arbeidstijd én voor de bijbehorende RVA-uitkeringen geldt voortaan dezelfde leeftijd:
- 60 jaar in het algemeen stelsel
- 55 jaar voor wie een zwaar beroep uitoefent of een lange loopbaan kan aantonen
Daarnaast worden de loopbaanvoorwaarden strenger. Zo stijgt de vereiste loopbaanvoorwaarde in het algemeen stelsel in 2026 naar 30 jaar voor mannen en 26 jaar voor vrouwen. Dat groeit de komende jaren verder aan.
Ook het 1/5-tijdskrediet wordt uitgebreid naar voltijders met een minder dan vijfdaags werkrooster, op voorwaarde dat hiervoor een cao of schriftelijke overeenkomst bestaat. Het planningsmechanisme van cao 103 wordt ook aangescherpt: wie zorgt voor kwetsbare personen, krijgt voortaan voorrang wanneer eerder al palliatief verlof of medische bijstand werd opgenomen.
Nieuwe CO₂-bijdrage voor bedrijfswagens
Bied je als werkgever bedrijfswagens aan jouw personeel? Dan zul je in 2026 rekening moeten houden met een hogere CO₂-bijdrage. Niet alleen wordt de jaarlijkse indexatie toegepast, ook de vermenigvuldigingsfactor stijgt aanzienlijk: van 2,75 in 2025 naar 4 in 2026.
Voor wagens die vanaf 1 juli 2023 werden aangekocht of geleased, gaat bovendien het minimumbedrag omhoog. De niet-geïndexeerde ondergrens wordt op 25,99 euro per maand gezet, terwijl de geïndexeerde minimumbijdrage voor 2026 naar verwachting uitkomt op 42,34 euro.
Pensioenaanpassingen in PC 200
Ook in de aanvullende pensioenstelsels van PC 200 beweegt er veel. Voor bedienden in ondernemingen met een activiteit als elektricien wordt vanaf 1 januari 2026 een sectoraal aanvullend pensioen ingevoerd. Tenzij een werkgever een vrijstelling verkreeg, sluit hij automatisch aan bij dit plan en betaalt hij voortaan een bijdrage van 1,1% van het bruto jaarloon.
Voor bedienden in de bouwactiviteit binnen PC 200 wordt het bestaande aanvullend pensioen omgevormd tot een sociaal stelsel. Daardoor tellen niet alleen gewerkte, maar ook gelijkgestelde periodes (zoals ziekte of moederschapsverlof) mee voor de opbouw. De globale bijdrage stijgt daardoor naar 2,23%.
De trampolinepremie: werkloosheid mogelijk na vrijwillig ontslag
Vanaf maart 2026 verandert het uitgangspunt dat werknemers die zelf ontslag nemen, geen recht hebben op een uitkering. Werknemers die minstens tien jaar voltijds gewerkt hebben, kunnen een tijdelijke werkloosheidsvergoeding aanvragen om een loopbaanpauze te nemen – de zogeheten trampolinepremie. Dit kan één keer in de carrière en voor maximaal zes maanden, of twaalf maanden bij een opleiding naar een knelpuntberoep.
Loontransparantie: voorbereiding loont
De Europese richtlijn rond loontransparantie moet uiterlijk in juni 2026 in Belgische wetgeving zijn omgezet. Bedrijven zullen meer informatie moeten vrijgeven over hun beloningsbeleid en grote ondernemingen moeten vanaf 2027 rapporteren op basis van de cijfers van 2026. Hoewel de concrete uitwerking nog volgt, is het zinvol om nu al intern werk te maken van duidelijke en objectieve loonstructuren.
Verhoging van het GGMMI
Tot slot stijgt op 1 april 2026 het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen (GGMMI) opnieuw, vermoedelijk met ongeveer 35,7 euro bruto. Jongeren blijven onder de bestaande degressieve percentages vallen. De overheid zal de extra kosten wellicht gedeeltelijk compenseren via een aangepaste formule voor de structurele vermindering.